top of page
Derde graad
Français
Getallen
het cijfer
le chiffre
het getal
le nombre
de getallenlijn
la droite numérique
de getallenas
une droite numérique
optellen
additionner
vermeerderen
augmenter (de)
meer
de plus
plus/erbij/en
plus
Eerste leerjaar
de som
la somme /
le total
aftrekken
soustraire
verwijderen /wegdoen
réduire
verminderen
réduire
minder
de moins
min/eraf
moins
het verschil
la différence
verdelen
partager
splitsen in groepjes
diviser (en parts)
het getaldictee
la dictée de nombres
kleiner dan
plus petit que
minder dan
moins que
groter dan
plus grand que
meer dan
plus que
is gelijk aan
est égal à
samen met
ensemble, avec
de waarde
valula valeure
verdubbelen / het dubbele
doubler
vermenigvuldigen
multiplier
het product
le produit
Tweede leerjaar
keer
fois
de maaltafel
la table de multiplication
delen
diviser
halveren /
de helft
le tableau des positions, tableau de numération
het positieschema
réduire (de moitié)
afronden
arrondir
de deler
le diviseur
het deeltal
le dividende
lenen
emprunter
even
Frans
pair
oneven
impair
positief
positif
Derde leerjaar
de staartdeling
la division (longue)
het quotiënt
le quotient
het decimaal getal
decimal number
het kommagetal
is a decimal number
negatief
négatif
Vierde leerjaar
Vijfde leerjaar
schatten
estimer
het veelvoud
le multiple
de mediaan
la médiane
het kleinste gemene veelvoud
le plus grand diviseur commun
de grootste gemene deler
le plus petit multiple commun
neutraal
neutre
rangschikken
ranger / classer
het gemiddelde
la moyenne
bottom of page